Hoe ziet het ideale atelier eruit? Hoeveel tijd spendeert een kunstenaar in zijn atelier? Is het een heilige plek? In de reeks ‘Het atelier’ deze week: Job Koelewijn, van wie tot 30 juli een solo-expositie is te zien bij Galerie Fons Welters.
Gaat u iedere dag naar uw atelier?
Doorgaans minimaal vijf dagen per week. Dat is zeker belangrijk. Ik werk met verschillende vormen stijlen door elkaar heen, dat is een existentiële keuze, en enorm uitdagend voor mijzelf. Het betekent dat ik aan veel series tegelijk werk – op de academie deed ik dat trouwens ook al – en daarom veel moet rusten.
Op de academie moet je in de ochtend gaan schilderen, en moet het om 16.00 uur ‘s middags klaar zijn, en als het dan niet goed is, dan is het mislukt. Bij mij gaat dat niet zo. Als het werk wordt, dan stop ik. Als ik ga forceren om dingen af te maken, als het niet organisch gaat, kan ik niet werken.
Mijn leesproject is daar een goed voorbeeld van: iedere dag drie kwartier lezen is niet veel, maar het ritme en de continuïteit maakt het bijzonder.
Hoe laat vertrekt u naar uw atelier, en hoe: te voet, per fiets, openbaar vervoer of auto?
Ik vertrek om 10.00 uur, meestal per fiets. Het is 1800 meter fietsen, ik fiets twee keer per dag naar huis. Ik ga niet altijd werken, maar de energie voelen, daar zijn, dat is heel belangrijk. Als ik nu weer de mogelijkheid had, zou ik het liefst een atelier aan huis hebben.
Houdt u vast aan bepaalde rituelen in uw atelier? Muziek of juist stilte?
Ik luister wel naar muziek maar niet tijdens het werk; op de een of andere manier leidt dat af. Ik luister thuis graag naar punk en new wave, klassiek. Punt is: muziek brengt je in een bepaalde toestand, maar brengt je geen stap verder. Soms moeten stagiaires daar wel eens aan wennen. Het is stil in het atelier.
Ik heb al meer dan zestien jaar een vast ritueel: ik lees in de ochtend, na het ontbijt, vijfenveertig minuten hardop een boek, met het eenvoudige doel om mijn geest te scherpen. Meestal is dat ritueel afgerond rond half tien, en vertrek ik dan richting mijn studio.
Hoe belangrijk is licht voor u?
Hoe belangrijk is licht? Je kunt ook vragen: hoe belangrijk is ademhalen. Als ik een lezing geef zeg ik wel eens: de eerste rij houdt tien minuten zijn ogen dicht, de tweede rij houdt tien minuten zijn adem in. Dan zie je hoe belangrijk licht is! Licht is an sich het wezenlijke van het leven, het leven zou vreselijk zijn zonder licht, een leven in het donker lijkt me onvoorstelbaar, maar in mijn geval werk ik meer vanuit het idee; in mijn atelier heb ik kunstlicht, daar heb ik allemaal hokjes getimmerd, dus bij mij is het een combinatie van…
Hoe gaat u te werk? Begint het werk pas op het moment dat u uw atelier betreedt of gaat het werk altijd en overal door?
Geestelijk gaat het zo’n beetje 24/7 door; het maakproces is enorm tijdrovend, we maken voortdurend nieuwe versies. Mijn werk wordt gecommuniceerd in verschillende grammatica, ik heb dat altijd vanaf het begin geambieerd; die verschillende grammatica in hun eigen beeldtaal tot hun recht te laten komen, en dat is hard werken. Uiteindelijk gaat het erom het werk op een bepaald esthetisch niveau te krijgen, zodat het werk zelf energie afgeeft.
Ik doe dat trouwens niet alleen, ik heb daar hulp bij nodig, en die krijg ik van mijn vriendin, van de galerie en van Jim van Hekke, met wie ik al twee jaar samenwerk in mijn atelier: onze samenwerking is super.
Je kunt het zo zien: Dante schreef de Divina Commedia niet vanuit een religieus perspectief. Hij wist: dan wordt het niks, ik moet vanuit ‘het schone’ schrijven, en als ik over een boer schrijf moet het vanuit het gezichtspunt van een boer, en als ik over een prostituee schrijf moet het vanuit haar geschreven worden.
Bij mij werkt dat ook: ik probeer de eigenschappen van de materialen te gebruiken, die hebben hun eigen aanwezigheid. Materiaal moet voor zichzelf spreken. Zoals ik cassettes doordrenk met mijn stem. Het heeft te maken met tijd en met luisteren. Ik heb steeds van dat soort overlappingen, dat maakt kunst voor mij interessant. Ik luister naar ‘de markt’ als ik niet in mijn studio ben, maar als ik vijf minuten binnen ben vergeet ik die markt – gelukkig – ook weer.
Hoeveel tijd spendeert u gemiddeld per dag in uw atelier?
Een belangrijk deel van mijn tijd wordt gespendeerd aan niets doen, aan luisteren naar het werk. Je moet daar op den duur vertrouwen in krijgen, ik zou iedereen willen aanraden: ‘niet de rivier duwen’.
Ik ben meer Taoïstisch ingesteld dan Zen: ‘You have to learn to work without efforts,’ zegt Lao Tse. Wegleggen van werk zorgt ervoor dat de oplossing van zelf komt. Niets doen is heel constructief en actief. Daar zit de groei, daar zit het inzicht. In China zien ze Taoïsme als een filosofie van luiwammesen, maar ik niet, ik ben al blij als ik van tijd tot tijd een paar druppeltjes van die filosofie ervaar.
Is het atelier een heilige plek?
Ik zou dat woord willen vermijden. Ik heb een religieuze achtergrond, en die heb ik grotendeels achter me gelaten. Heiligheid is voor mij verlammend. Of spiritueel. Die woorden hebben geen betekenis meer. Een atelier is uiteindelijk ook gewoon een plek waar gewerkt wordt. Ik zou die plek weer kunnen verlaten en dan zou de energie naar een andere plek gaan. De plek wordt heilig gemaakt, omdat het niet in de mensen zit. Ik zoek het heilige in mezelf, alleen zie ik dat ‘heilige’ liever als energie.
Ontvangt u er bezoek, van verzamelaars, curatoren of collega-kunstenaars?
Natuurlijk spreek ik graag af in mijn studio met mensen die geïnteresseerd in mijn werk zijn. Het moet wel zin hebben, iemand kan dan namelijk die energie ook voelen. Ik vind het belangrijk dat er in de studio geen hiërarchie is. Ik heb mensen nodig, maar de artistieke beslissingen neem alleen ik. Uitvoerend is een ander verhaal: ik maak fysieke dingen maar ik heb maar één hand, dus snijden moet door anderen gebeuren. Maar ik denk altijd vanuit het idee, niet vanuit mijn handicap.
Wat is het mooiste atelier dat u ooit heeft gezien?
Ik heb daar niet gelijk een beeld bij, maar ik stel me voor dat het voor een schilder heel belangrijk is hoe het licht valt. In mijn basisjaar op de Rietveld werd een film vertoond over Willem De Kooning in zijn atelier op Coney Island, en wat toen de meeste indruk op me maakte was een detail dat ik nooit vergeten ben: hij drukte met een soort stalen buis de tubes uit.
Hoe ziet het ideale atelier eruit?
Een simpele ruimte met ramen aan de voorkant en voorzien van de elementaire basisvoorzieningen. Maar het belangrijkst is: of je bent de eigenaar, of je hebt een heel goedkoop langdurig huurcontract. Als je een heel goedkoop atelier hebt, is de continuïteit namelijk veel meer gewaarborgd, in dat opzicht ben ik dus ook weer heel Taoïstisch.