In de rubriek ‘De galerie van’ laten we een keur aan galeriehouders uit Nederland en België aan het woord: hoe (en wanneer) zijn ze hun galerie gestart, wat is er sindsdien allemaal veranderd in de kunstwereld, wat is hun profiel, wat verzamelen ze zelf, en wat is de impact van Corona op hun galerie? In dit deel: Greet Umans (Schönfeld Gallery)
Heeft u kunst van huis uit meegekregen?
Bij ons thuis was er overal en altijd muziek. Mijn grootvader was verbonden aan een kunstkring als etser, maar in ons gezin stond vooral de muzikale vorming centraal. Ik ben opgegroeid in een gezin met vier zussen waar afwisselend piano, viool en dwarsfluit klonk en waar veel werd gezongen. Mijn gitaartalent brak niet echt door ;). Ik heb een zus die professioneel met muziek en literatuur bezig is, en mijn contrabas spelende neef doet het heel goed in de wereld van de jazz.
Hoe bent u in aanraking gekomen met de kunstwereld?
Na een jaar filmopleiding aan het Brusselse RITCS volgde ik mijn toenmalig lief naar de plastisch kunsten. Die opleiding heeft voor mij een wereld geopend. Ik vond het fantastisch om creatief bezig te zijn en ideeën om te zetten in beelden. Ik heb na mijn opleiding de kunstwereld nooit meer verlaten en had de kans een bedrijf uit te bouwen in verlichtingsobjecten. Dat ging van ontwerp tot uitvoering. De link tussen kunst en interieur heb ik steeds willen behouden. We hadden een groot atelier verbonden aan een woning, dat tegelijkertijd dienstdeed als showroom waar we regelmatig tentoonstellingen organiseerden. Het was een afwisseling tussen uitvoerend werk en het opvolgen van creatieve projecten.
Wat was uw eerste betrekking in een galerie? Of bent u gelijk zelf een galerie gestart?
Door een nieuwe relatie heb ik de verlichting achter mij gelaten en kwam ik – dankzij een vriendin fotografe – in contact met Elie Schönfeld. Hij was net met een kunstgalerij begonnen in Antwerpen, waarna hij bijna gelijktijdig verhuisde naar Israël. Iemand die ter plaatse de galerij kon runnen was noodzakelijk. Het werd al snel duidelijk dat we sterk verschillen, maar elkaar ook goed aanvullen. Gaandeweg hebben we de Antwerpse galerij op de kaart kunnen zetten. Brussel werd de volgende uitdaging. We huurden eerst een pand in Rivoli Brussels, maar kochten al snel ook een centraler gelegen ruimte in het gebouw. We zijn goed omringd door andere galeristen, waarvan sommige ook vrienden zijn geworden. Het opzet van een collectief is anderzijds niet altijd evident. Ondertussen zijn er zo’n vijftien galerijen waardoor overleg soms wat moeizamer verloopt, maar de ambitie om de plek gekender te maken bij het grote publiek is groot! De ruimte in Antwerpen is gebleven, maar fungeert nu onder de naam van Schönfeld Projects. Onze kunstenaars kunnen er in residentie werken. De volgende in rij is de in New York woonachtige Christina Zimpel, die een paar maanden in Antwerpen is om haar solotentoonstelling in Schönfeld Brussel voor te bereiden.
Hoe zou u het profiel van uw galerie willen omschrijven?
Open voor vernieuwing, geëngageerd en betrokken naar de kunstenaars toe. We zijn nog een jonge galerij en gaan heel gevoelsmatig te werk. Het aantal kunstenaars dat we vertegenwoordigen is beperkt, omdat we daar gefocust en kwalitatief op willen inzetten. Ik begeleid hen in het uitbouwen van een buitenlandse carrière en probeer als galeriste in eigen land een sterk platform te creëren. We werken regelmatig samen met curatoren, wat nieuwe perspectieven opent en onze blik scherp houdt. Er komt een zomerse tentoonstelling aan, gecureerd door Caroline Pauwels, en het nieuwe seizoen in september opent met een tentoonstelling gecureerd door Marie Mees. Zij brengt de galerij in contact met kunstenaars die ik anders niet had getoond, en waarvan ik nu heel blij ben ze te ontdekken. Ik ben goed omringd. Ook de teksten, vormgeving en logistiek vergen goed teamwerk. Het runnen van een galerij omvat een uitgebreid gamma aan taken.
Wat vindt u het mooiste aspect van het vak galeriehouder?
De passie voor creativiteit, zowel bij de kunstenaars waarmee we werken als bij mezelf. Uit het samenstellen van tentoonstellingen, het opbouwen en het creëren van een mooie scenografie waarin de werken het best tot hun recht komen haal ik veel voldoening. Ik vind het een privilege om ateliers te bezoeken en enthousiast te worden van nieuw werk. Die intuïtie is onontbeerlijk. Werk waar ik geen affiniteit mee heb kan ik moeilijk overbrengen. Ik hecht veel belang aan het persoonlijk contact en vind het belangrijk om een band op te bouwen met kunstenaars en verzamelaars. Vertrouwen is essentieel in de kunstwereld en vergt geduld en integriteit. Een galerij runnen is een afwisselende job die steeds nieuwe uitdagingen met zich meebrengt. Geen nine to five job, maar wat een voorrecht om het te kunnen doen! Ik kan mezelf een gelukkige galeriste noemen :-)
Met welke galeries voelt u zich nationaal/internationaal verwant?
Ik werk nauw samen met Zsart uit Wenen, omdat ze ook met Jesse Willems, een van onze kunstenaars, werken. Het is fijn om als collega’s te kunnen praten en te kunnen overleggen. Ik houd van open gesprekken en oprechte uitwisselingen. Met Elke Helbig van het Zwart Huis heb ik ook een goede band en ik ben grote fan van de keuzes in de galerij van Kristof De Clercq.
In een ideale wereld: welke kunstenaar zou u het allerliefst vertegenwoordigen?
Ik leef in mijn ideale wereld, want ik vertegenwoordig die kunstenaars :-)
Wat is er veranderd in de kunstwereld sinds u uw eerste stappen zette?
Schönfeld is een jonge galerij, we zitten in Brussel sinds 2018. Toch dienen zich nieuwigheden en verschuivingen aan. De drang naar samenwerkingen met andere galerijen en de behoefte om kunst naar een ruimer, eventueel internationaal, publiek te brengen. Een trend om in te zetten op jonge verzamelaars (Kunst Aan Zet), musea en om steeds out of the box te denken.
Wat/wie verzamelt u zelf?
Ik leef in de collectie van Albert Pepermans (mijn partner) en koop regelmatig werk aan van de kunstenaars die we tonen.
Heeft Corona uw denken over de kunstwereld beïnvloed?
Niet de kunstwereld in het algemeen, wel mijn eigen wereld. Voor Corona voelde het soms aan alsof we deelnamen aan een beursmarathon. Twee jaar geen beurzen was een dankbare rustpauze. Hoewel ze ontzettend belangrijk zijn, zijn beurzen ook energievreters. Het voornemen is dan ook om het aantal beursdeelnames te beperken (een wellicht tevergeefs voornemen, gezien mijn enthousiasme om met onze kunstenaars buitenlandse oorden te verkennen). Dat we niet om de digitale kunstervaring heen konden vond ik moeilijk. Een beurs in de vorm van een ‘virtual tour’, daar knap ik na tien minuten al op af. Elk kunstwerk heeft een ziel en een materie, het fysieke contact is essentieel.