Wat gebeurt er als je vier bevriende kunstenaars laat samenwerken? De tentoonstelling ‘The Big Everyone Works With Everyone Show’, die tot en met 3 juli te zien is in Galerie Fleur & Wouter in Amsterdam, is een ode aan het vreemde, een verering van kinderlijke nieuwsgierigheid en het kleine. De kunstenaars Koos Buster, Anemoon Fokkinga, Jan Hoek en Gert Wessels nemen je hierin mee naar een wereld waarin alles afwijkt van de norm. Ze creëerden een gesamtkunstwerk waarmee ze indirect vragen stellen over wat normaal eigenlijk inhoudt en wie dat bepaalt. Wat vereren we in ons leven en waarom (niet)?
Dan krijg je onder meer twee moedwillig knullige keramische tandenborstels in een champagneglas, een keramisch eiland dat je terugvoert naar de iconische Thunderbirds-speelgoedset uit je kindertijd, een knalroze toiletbril die lijkt te zijn overgenomen door organisch leven, een wormvormige boekenkast of een fotolijst met neuzen, tentakels of ogen en tanden. Kunstwerken die zich vaak begeven op het snijvlak met design. De kunstenaars daagden elkaar bovendien uit om elkaars favoriete medium te verkennen.
Kunstenaar Jan Hoek heeft een grote voorliefde voor de underdog. Juist de mensen die in het dagelijks leven niet op een voetstuk geplaatst worden krijgen een hoofdrol in zijn werk. Hoek: “Iets als vreemd bestempelen is meestal een kwestie van onbegrip. In mijn werk probeer ik te laten zien dat vreemdheid alles te maken heeft met context.” Zijn werk wordt vaak gepresenteerd in unieke lijsten waarvoor hij samenwerkt met andere kunstenaars, zo presenteerde hij op Unseen een lijst in de vorm van een pizzapunt door kunstenaar Tommy Smits. In deze tentoonstelling zie je zijn werken onder meer in de surrealistische lijsten van Anemoon Fokkinga, die ieder moment tot leven lijken te kunnen komen. Hoek koos ook een lijst van Koos Buster, en legde Busters vriendin vast op een manier die je uitdaagt om op een andere manier te kijken naar zwangere vrouwen, niet teder, sereen of sensueel maar stoer, eigenwijs en badass.
Het werk van Koos Buster behoeft nauwelijks nog een introductie. De kunstenaar, die speels werd omgedoopt tot Minister van Keramische Zaken, zorgde voor een oplevering van keramiek in de Nederlandse kunstwereld. Hij zoekt daarbij naar ‘de perfecte lulligheid’ en het is onmogelijk om naar zijn werken te kijken zonder te glimlachen of op zijn minst een bepaalde herkenning te vinden. Zo maakte hij vergulde Delfts Blauwe bordjes met dingen die hij haat (van muggen en cruiseschepen tot Baudet en Johan Derksen) maar ook een keramische waterkoeler, dropveters, emmers met flessen schoonmaakmiddel en zelfs een levensgroot Canta autootje, die vorige maand te zien was op het pontje naar Amsterdam Noord.
Ook de werken van Gert Wessels zijn vaak direct herkenbaar. Hij werkt meestal met polyurethaanschuim, dat hij bewerkt en volgens afwerkt met glasvezel en acrylcomposiet. Wessels maakt regelmatig werken voor de ruimte waar we doorgaans het minste aandacht aan besteden op designvlak: het toilet. Van welgevormde houders voor papieren handdoekjes tot organische toiletrolhouders. Wessels wist ook het verlengsnoer tot hoge hoogten te verheffen. Voor deze tentoonstelling maakte de designer slash kunstenaar onder meer neonlampen met hout en een knalroze tafeltje dat lijkt te zijn gevormd uit kauwgum.
Anemoon Fokkinga laat zich voor haar werken inspireren door haar inner demons, pijn en beperkingen, maar ook door de kernramp in Fukushima en specifiek de mutaties die die ramp heeft veroorzaakt heeft in het lokale onderwaterleven. Dat levert fantasievolle en absurdistische keramische objecten op; monsters met tientallen ogen, tentakels, neonverlichting en spiegelende ballen.