Hoe ziet het ideale atelier eruit? Hoeveel tijd spendeert een kunstenaar in zijn atelier? Is het een heilige plek? In de reeks ‘Het atelier’ deze week: Kasper De Vos, van wie momenteel bij LLS Paleis in Antwerpen een duo-show te zien is met Liesbeth Henderickx, in de reeks ‘Affiniteiten’.
Gaat u iedere dag naar uw atelier?
Ja dat is wel de intentie, naast een werk- en speelplaats is het atelier ook een reflectie en droom plek. Mijn praktijk is zeer op materiaal geïnspireerd, zowel natuurlijke als artificiële elementen vinden elkaar in een nieuw verhaal. Net als in een goed functionerende keuken gaat er ook veel tijd naar opruim en organisatie van die materialen. Ze worden geordend per kleur, grondstof en oorsprong in plastieken kratten, zoals in een marktkraam.
Dit is in feite ook een onderdeel van het artistieke proces, deze geordende verzamelingen zie ik als een constant veranderende installatie. Ik ben verslaafd aan ruimte; wanneer ik geen objecten of tekeningen maak, maak ik fysieke ruimte door te herorganiseren en op te ruimen. Deze fysieke ruimte/orde geeft mij ook de mentale ruimte die nodig is om nieuwe ideeën groeiplaats te geven. Een constant proces tussen chaos en orde.
Hoe laat vertrekt u naar uw atelier, en hoe: te voet, per fiets, openbaar vervoer of auto?
Ik ga meestal met de fiets naar mijn atelier, omdat ik in de ochtend weinig geduld heb en er gewerkt moet worden. Maar als ik meer nood aan reflectie heb, wandel ik naar het atelier; het is niet ver van mijn woonst en het is een prachtige wandeling langs de Gentse Coupure.
Houdt u vast aan bepaalde rituelen in uw atelier? Muziek of juist stilte?
Ik denk niet dat er vaste rituelen zijn. Soms wil ik er wel verzinnen, maar dat werkt toch nooit echt. Ik werk wel graag met muziek, tijdens het fysieke werk houd dat het ritme erin en het kleurt ook de atmosfeer in de ruimte en geest. Vanaf het moment dat ik mijn werkkleren aantrek is het werk wel echt begonnen.
Hoe belangrijk is licht voor u?
Zonder licht kan ik niets zien, licht is dus uitermate belangrijk. Ik houd enorm van de veranderende atmosferen van daglicht, en het effect dat het heeft op de ruimte en objecten. Soms maak ik lampen met gevonden materialen en verlicht ik installaties met bouwspots.
Hoe gaat u te werk? Begint het werk pas op het moment dat u uw atelier betreedt of gaat het werk altijd en overal door?
In het atelier groeit werk stelselmatig, tot het geoogst kan worden. Dat kan jaren duren, maar het kan ook op enkele dagen floreren. Dit proces wordt gevoed door externe prikkels die altijd en overal tot mij kunnen komen.
Hoeveel tijd spendeert u gemiddeld per dag in uw atelier?
Ik ben meestal van 10.00 uur in de ochtend tot 19.00 uur in mijn atelier. Als ik veel projecten heb, werk ik non stop, anders werk ik aan ruimte en speel met kleuren.
Is het atelier een heilige plek?
In mijn werk speel ik graag met dit idee van het atelier als fictieve, romantische plek. Uiteindelijk is het gewoon een werkplaats, maar omdat je er zoveel tijd doorbrengt – en als kunstenaar constant bezig bent je omgeving te creëren en vorm te geven – wordt het uiteindelijk een soort spirituele speelplaats of droomfabriek.
Ontvangt u er bezoek, van verzamelaars, curatoren of collega-kunstenaars?
Ik deel mijn atelier met Liesbeth Henderickx en Sven Boel; tien jaar geleden werkten we er als collectief. Ondertussen is het werk individueler gegroeid, maar delen we nog wel de werkplaats en de collectieve sfeer. Ik werk geregeld met studenten of recent afgestudeerde kunstenaars. Het is leerrijk voor mij om met verschillende generaties verbonden te zijn.
Wat is het mooiste atelier dat u ooit heeft gezien?
Ik heb fysiek nog niet veel ateliers bezocht, al is het atelier van mijn buurman Pieter De Clercq wel echt een verborgen parel. Ook het mobile Luna Park/atelier van Karl Phillips, dat ik onlangs bezocht, is zeer bijzonder.
Via foto’s heb ik al wel verschillende prachtige ateliers gezien; het heeft altijd iets bijzonder en romantisch om de kunstenaar in zijn atelier te zien. Zo heb ik al vaak jaloers zitten kijken naar het werk in het atelier van de Oostenrijkse beeldhouwer Bruno Gironcoli. Blijkbaar krijgen docenten die in Wenen beeldhouw-les geven een gigantisch atelier van de Academie ter beschikking, soms even groot als de plaats van alle studenten samen.
Ook het schrijversatelier van Ronald Dahl bezocht ik onlangs, via YouTube. Een klein huisje achterin zijn tuin waar hij volgens zeer vaste patronen en rituelen schreef.
De foto’s die Constantin Brâncuși nam van zijn sculpturen in zijn atelier zijn fenomenaal. Ook het atelier van Alexander Calder spreekt tot de verbeelding.
Hoe ziet het ideale atelier eruit?
Groot, verwarmd, met buitenruimte. veel daglicht, aan de rand van een stad met zicht op het groen.