Heeft u kunst van huis uit meegekregen?
Zeker! Mijn ouders waren collectioneurs en ik ging als jongste van vijf kinderen altijd mee naar openingen, beurzen en ateliers. Een van mijn broers kon geweldig tekenen en mijn zus Lauren – die nu trouwens mee in de galerie staat – heeft ook altijd interesse gehad in film en kunst, en dat is zeker ook bij mij blijven hangen. Mijn moeder was freelance schrijfster voor een kunstmagazine en zo kwamen we niet alleen in contact met galeriehouders, maar ook met kunstenaars. Deze combinatie was al sinds mijn vijftiende de basis voor mijn interesse om galerist te worden.
Hoe bent u in aanraking gekomen met de kunstwereld?
Ik ben pas echt in aanraking gekomen met de kunstwereld vanaf dat we onze galerie geopend hebben. Dat was soms zeer hard en confronterend, omdat je er toch instapt vanuit een passie. De eerste jaren van een galerie zijn zeer moeilijk. Je moet jezelf bewijzen en vertrouwen winnen. Een kunstgalerie heeft toch een apart zakenmodel, en dan kun je geweldige expo’s maken, maar je moet wel zien te verkopen natuurlijk. Vanaf ons vijfde jaar is dit op een stabiele manier beginnen te evolueren en groeien. Volhouden en geduld hebben is de enige manier, had ik al snel begrepen. En op tijd durven springen. We hebben altijd belangrijk gevonden om in de galerie om de zoveel jaar een verandering teweeg te brengen. Zo zijn we verhuisd naar een geschiktere locatie en hebben we twee ruimtes extra geopend. Ik voel dat er weer iets zit aan te komen…
Wat was uw eerste betrekking in een galerie? Of bent u gelijk zelf een galerie gestart?
Ik heb zeer veel galeries bezocht, maar nooit in een andere gewerkt dan de onze. In 2012 hebben we de stap gezet om een eigen galerie te openen. Een prachtig pand in de Antwerpse Leopoldstraat (een oude veilingzaal) waar we meteen verliefd op werden, een plek die er eigenlijk vroeger dan verwacht voor heeft gezorgd dat we als familie in de galeriewereld zijn gestapt. Nu zijn we exact tien jaar verder en hebben we onze galerie verhuisd naar een andere historische kunstruimte, in de Pourbusstraat op het Antwerpse Zuid. En opereren we ook vanuit twee andere locaties. Een in Brasschaat, waar we een 14e eeuwse hoeve hebben gerestaureerd tot galerieruimte met bar en tuin, en een andere in het West-Vlaamse Otegem, waar we de oude galerieruimte van de gekende Belgische galerie Deweer opnieuw hebben geopend. Drie jaar geleden zijn de galerie-activiteiten van Deweer Gallery in onze galerie overgevloeid: we zetten hun programma verder en vertegenwoordigen de bijzondere collectie van de familie Deweer.
De familie Deweer kennen we al een geruime tijd, en dat klikte vrijwel meteen. Het was ook een galerie waar de ganse familie bij betrokken was en dat was dus meteen een belangrijk raakvlak met ons. In 2019 beslisten de broers Deweer dat ze de galerie activiteiten wensten stop te zetten, om zich terug meer op verzamelen en het ontsluiten van hun collectie te richten. Na een lange voorbereidingstijd hebben we samen de huidige situatie opgezet. Het was ook redelijk ongezien in België.
Ondertussen zien we internationaal dezelfde trend zich voltrekken: Gavin Brown werd ondergebracht bij Gladstone, Kayne Griffin werd in Los Angeles recentelijk opgepikt door Pace. Ik denk dat dit een logische en positieve evolutie is. De kunstenaars van Deweer maken ondertussen volledig deel uit van onze programmatie, wat voor iedereen een goede zaak is. Zeker voor de kunstenaars, zij komen niet in een vacuüm terecht na een galeriesluiting. En voor de galerie zorgt het op een gezonde manier voor groei.
Hoe zou u het profiel van uw galerie willen omschrijven?
Ondertussen vertegenwoordigen we 28 kunstenaars, waarvan tien Belgische en de overige uit twaalf verschillende landen. Een aanwezige, lokaal verankerde Antwerpse galerie met een sterke internationale blik: dat was vanaf het begin de bedoeling en daar werken we nog steeds aan. We zijn erg fier dat we een groep belangrijke Belgische kunstenaars samen hebben gekregen die een bijzondere generatie vertegenwoordigen: Luc Deleu, Guillaume Bijl en Leo Copers. Ik noem ze weleens de ruggengraat van onze galerie. Hieruit zijn ook verschillende contacten ontstaan met jonge kunstenaars zoals Floris Van Look en buitenlandse kunstenaars zoals Peter Land, Bjarne Melgaard en Lois Weinberger. Dat heeft op een organische manier voor een diverse, maar zeer hechte groep gezorgd. Onze jongste kunstenaar, Sybren Vanoverberghe, is vijfentwintig jaar en de oudste, Luc Deleu, wordt achtenzeventig dit jaar. We zijn een echte familie galerie en die uitwisseling van jonge energie en de ervaring van een andere generatie hebben we steeds zeer belangrijk gevonden.
De integratie van de kunstenaars van Deweer Gallery, met onder andere Stephan Balkenhol hebben onze internationale ambities kracht bijgezet.
Wat vindt u het mooiste aspect van het vak galeriehouder?
De unieke positie die we bekleden als galerist. Die als verbinder naar verzamelaars, musea, curatoren, journalisten… maar steeds vanuit de optiek wat het beste is voor onze kunstenaars. We zijn dus niet louter een tussenpersoon, maar een echte vertegenwoordiger van de kunstenaar, die zijn belangen dient te behartigen.
Met welke galeries voelt u zich nationaal/internationaal verwant?
We hebben verschillende fijne contacten met galeries in het buitenland waar we kunstenaars mee delen, zoals Victoria Miro, Lia Rumma en Nicolai Wallner. Dit zijn ook galerijen met een lange staat van dienst die een echt parcours hebben afgelegd met hun kunstenaars, en nu een schitterend programma tonen. Dit is voor een toch nog jonge galerie als de onze een mooie leidraad, en ik houd dan ook steeds mijn ogen en oren open bij elk contact met hen. Wat me ook fascineert is dat deze galeristen nooit expansiedrang hebben getoond met verschillende ruimtes in steden over de hele wereld, maar in de plaats altijd hebben geïnvesteerd in hun kunstenaars.
In het binnenland kijk ik steeds met plezier naar de komst van nieuwe galerijen. Dat betekent dat er een gezond ecosysteem bestaat waarin nieuwe initiatieven kunnen gedijen, wat iedereen ten goede komt. Zo zijn bijvoorbeeld Otty Park, Barbé Urbain en Fred&Ferry zeer waardevolle aanwinsten geweest de laatste jaren.
In een ideale wereld: welke kunstenaar zou u het allerliefst vertegenwoordigen?
Die lijst zou te lang zijn voor deze rubriek denk ik :) Maar een aantal kunstenaars die me meest recent hebben overweldigd; Arthur Jafa, John Currin, Karen Kilimnik, Charles Ray, Hans Haacke, Agnes Denes… die zouden meteen op onze website mogen!
Wat is er veranderd in de kunstwereld sinds u uw eerste stappen zette?
Tien jaar tijd is normaal niet zo’n lange tijd om echte evoluties waar te nemen, maar het feit dat dit de laatste tien jaar net wel is gebeurd zegt eigenlijk alles. De snelheid is enorm: we leven echt in een andere manier van leven en communiceren, en daar heeft de technologie uiteraard alles mee te maken. Het is zeer boeiend, maar het opent ook grote vragen naar waar het ons zal leiden. Sommige jonge Instagram-verzamelaars verwachten dat je een kunstwerk gratis kan verzenden over de hele wereld, dat is natuurlijk onzin. Maar het toont wel de ongeduldigheid en zenuwachtigheid die er heerst. Er is een enorme vraag naar kunst en aanbod aan verzamelaars bijgekomen, de uitdaging is om elkaar te vinden. Dat is nooit anders geweest, maar de manier waarop wel. Momenteel leidt dat zeker tot excessen, vooral bij een hele groep jonge kunstenaars die buitensporige bedragen halen op veilingen. Meestal zonder noemenswaardige cv, louter op het potentieel. Daar waarschuwen wij onze verzamelaars dagelijks voor, want dat heeft niets met lange termijn verzamelen te maken.
Wat/wie verzamelt u zelf?
Wij hebben uiteraard werk van onze galerie kunstenaars die ons zeer nauw aan het hart liggen. Zelf koop ik ook bij collega’s in binnen -en buitenland. De meest recente aankoop is een werk van Fred Bervoets van galerie De Zwarte Panter, eindelijk ;)
Heeft Corona uw denken over de kunstwereld beïnvloed?
Het heeft zeker voor een digitale versnelling gezorgd. Maar ik denk toch dat dat het enige zal zijn. Tijdens de corona periode was het inderdaad een ongeziene situatie die ons allen veel meer lokaal heeft doen denken en werken. Wat wel zeer fijn was, moet ik toegeven. Zeker in België, waar we toch op zeer trouwe verzamelaars kunnen rekenen, die echt toenadering hebben gezocht. Maar nu zien we toch dat alles opnieuw als een sneltrein is vertrokken: de biënnales, beurzen en openingen volgen elkaar in razend tempo op en het is weer business as usual.